Druk deze pagina afPrint deze pagina

Zo voorkom je uitdroging bij hitte

Tijdens hete dagen kunnen ouderen makkelijk uitdrogen. Bij sommige medicatie gaat dat extra snel. Het belangrijkste advies van arts Roel Bax: ga er als mantelzorger gezellig bij zitten, als je drinken serveert. Want zien drinken, doet drinken.

Net als iedereen moeten ouderen dagelijks anderhalve liter vocht binnen krijgen, op warme dagen liefst nog meer. Mensen drogen niet zo snel uit, want er zijn alarmbellen in je lichaam die zeggen dat je dorst hebt. Maar bij ouderen wordt het dorstgevoel minder. 'Als iemand ook dementie heeft, moet je extra opletten, omdat hij of zij niet uit zichzelf een vast patroon van eten en drinken aanhoudt', zegt Roel Bax, specialist ouderengeneeskunde bij zorgorganisatie Omring.

Samen drinken

Hoe stimuleer je als mantelzorger dat je naaste voldoende vocht binnen krijgt? 'Ga erbij zitten en maak het gezellig', adviseert Bax. 'Je kunt iemand wel dringend vragen om meer te drinken, maar dat werkt niet. Het is het prettigst als anderen ook drinken, zo werkt dat voor jou en mij ook.' Variëren is goed: naast water ook thee, koffie en sap. Of denk aan voedsel zoals meloen en citrusvruchten, ijs en soep. Die laatste twee zijn goed vanwege hun zoutgehalte, wat compenseert voor zoutverlies door transpiratie. Bax: 'Zelfs een pilsje kan best. Maar niet te veel, want alcoholische dranken hebben een vochtafdrijvende werking.'

Medicatie

Mensen met incontinentie moeten bij zomerse hitte extra oppassen. Zij drinken soms bewust minder, in de hoop zo de incontinentie te onderdrukken. Daardoor is de kans groot dat zij in deze periode uitdrogen. Daarnaast zouden ouderen volgens de arts bij zomerse hitte minder bloeddrukverlagers moeten slikken. 'Mensen met een slecht hart slikken vaak ook plastabletten, tegen het vasthouden van vocht. Die vochtafdrijvende werking is tijdens hete zomerdagen niet goed.' Overleg hierover met de (huis)arts.

Minder alert

Andere aandoeningen waarbij extra alertheid geboden is, omdat de vochthuishouding een probleem kan zijn: longziektes, nierziektes, diabetes en de ziekte van Parkinson. Ook, waarschuwt Bax, worden mensen door het gebruik van psychofarmaca – rustgevende middelen – minder alert op dorst.

Klimaat

In het algemeen zijn temperatuurschommelingen voor ouderen niet goed, of dat nu 's winters is of 's zomers. Dat betekent dat een constante binnentemperatuur bij normale activiteiten tussen 21 en 25 graden het beste is. Als de temperatuur vijf dagen lang boven de 25 graden uitkomt en drie dagen boven de 30 graden, geldt in verpleeghuizen een hitteprotocol. Deuren en ramen blijven overdag dicht, en worden alleen weer geopend als buitentemperatuur lager ligt dan binnen. Dat is ook thuis aan te raden. De koelte blijft behouden door gordijnen dicht te doen of zonneschermen naar beneden.

Hittestress

Soms lukt het ouderen niet om de temperatuur in huis goed te reguleren, bijvoorbeeld doordat ze 's zomers de verwarming of kachel aanzetten. 'Of de wijkverpleger komt op bezoek bij iemand die alleen woont, en ziet dat het binnen 30 graden is', zegt Bax. 'Dat kan leiden tot oververhitting of hittestress, met huidaandoeningen, kramp in de spieren, uitdroging of flauwvallen als gevolg.' Toch zijn afwijkingen van de ideale temperatuur mogelijk, nuanceert Bax. 'Ik zag op een bloedheet terras in Frankrijk eens een oudere vrouw met bontjas en bontmuts zitten, die heel levendig in gesprek was. Ik zat er gefascineerd naar te kijken. Het maakt dus ook heel veel uit wat iemand van huis uit gewend is.'

 

< Terug naar home
Deel deze pagina