Druk deze pagina afPrint deze pagina

Lezersvraag: mijn vrouw ziet mensen die er niet zijn

Mijn vrouw ziet mensen die er niet zijn. Ze dekt bijvoorbeeld de tafel voor zes personen, terwijl we nog maar met ons tweeën zijn. Hoe kan ik hier goed mee omgaan? Hans de Breeuw

Bij ons komen ook allerlei denkbeeldige gasten in huis, die allemaal van koffie en eten moeten worden voorzien. Als ik zeg tegen mijn vrouw: je hoeft ze niets te geven hoor, het zijn maar hersenspinsels, dan kijkt ze me aan alsof ze water ziet branden! Ze vindt het uitermate onbeleefd om die visite niets aan te bieden. Er zijn op deze manier al heel wat potten koffie door de gootsteen gegaan. Er zijn ook momenten waarop ze zich realiseert dat die mensen niet echt zijn, maar alleen bestaan in haar verbeelding, maar dat kan per moment verschillen. Voor ons als familie heel lastig, want je weet nooit waar je aan toe bent. Mijn vrouw is altijd al wat onzeker geweest en is bang dat de denkbeeldige gasten boos worden als ze geen koffie of eten krijgen. Ik vroeg me af: wat moet ik doen? Haar telkens de waarheid vertellen, ze zijn er niet, of erin meegaan? Tijdens een bezoek van de casemanager heb ik dit voorgelegd en uiteindelijk een aparte afspraak gemaakt, waar mijn vrouw niet bij was. De casemanager legde uit dat het gaat om hallucinaties. Die worden soms ook uitgelokt in de schemering. Dan kunnen ze ook beangstigend zijn. Het advies was: ga niet net doen alsof je het ook ziet of die mensen wegsturen. Dat werkt niet. Beter kun je haar geruststellen en begrip opbrengen voor de beelden die zij ziet. En dan overschakelen naar iets dat afleidt, een wandeling maken, iets gaan doen, om het zo te doorbreken. Als het heel heftig is en iemand er angstig van wordt, kan de arts medicatie voorschrijven. Ook dat lost het niet altijd helemaal op, soms moet je het accepteren als symptoom van de ziekte. Gijs van Zanten

Het is herkenbaar wat je beschrijft, Hans. Mijn vrouw heeft de ziekte van Alzheimer en is ervan overtuigd dat er een aap op de schutting zit, bij ons in de achtertuin. Dan zegt ze: ‘Kijk, daar is hij weer!’ Gelukkig is het geen bedreigende ervaring, want soms begint ze vrolijk te zingen ‘er zit een aapje op een stokje, achter moeders keukendeur’. Het is al geruime tijd zo dat ze dit ervaart, zo nu en dan. In het begin zei ik: ‘Ben je wel goed? Er zit geen aap op de schutting, bedoel je soms een kat?’ Maar ze beweerde met grote stelligheid dat het een aap was. Ik vond het zo kinderachtig, het paste helemaal niet bij mijn vrouw! Dus ik ging er tegenin: ‘Er lopen hier geen apen in Schagen, hoe kom je erbij? Het kan niet!’ Ze werd boos of ze trok zich terug en bleef er lang in hangen. Het werd er niet gezelliger op zo. Op de website dementie.nl heb ik informatie gevonden over hallucinaties. Daar stond ook een beknopt overzicht met omgangstips. Daar ben ik mee aan de slag gegaan. Ik vroeg haar toen ze er weer over begon: ‘O ja, vertel eens, hoe ziet die aap eruit? Is hij groot? Wat voor kleur? Maakt hij geluid?’ En er kwam een reactie die ik nooit verwacht had. Ze beschreef precies wat ze zag en we hebben nog gelachen ook, toen ze het geluid nadeed! Daardoor ging ik begrijpen dat zij er helemaal van overtuigd was dat daar een aap zat, geen twijfel mogelijk! Ik heb niet gezegd dat ik die aap ook zag, maar haar wel serieus genomen. Toen ik met respect reageerde op haar beschrijving kregen we weer contact. Al gauw kwamen we bij een herinnering aan een bezoekje aan Artis, lang geleden, waar ook andere dieren waren te zien. Bij de bibliotheek heb ik allerlei boeken over dieren gehaald, waar we samen veel plezier aan beleven. Jan Dijkstra

Mijn vader heeft Lewy-Body-dementie en zag de hele marinevloot in de woonkamer, er zweefden kerstbomen langs het plafond, er kwamen spelende kinderen langs. Hij kon er mooi over vertellen, al vonden we het wel raar. Hij had er niet echt last van. Maar één keer was hij echt angstig, hij werd door plakkerige draden ingekapseld, heel eng, hij probeerde steeds beestjes weg te vegen. Hij kon geen kant meer op! Op dat moment wisten we ook niet meer wat te zeggen of te doen, dus gingen we het ontkennen en probeerden wij hem gerust te stellen: er zijn geen beestjes, enzovoort. Hij raakte steeds meer in paniek. We hebben de huisarts gebeld en precies verteld wat er gebeurde. De huisarts vermoedde dat er sprake kon zijn van blaasontsteking, waardoor de hallucinaties, die mijn vader normaliter ook wel heeft, plotseling heel heftig werden. We moesten urine langsbrengen en het bleek inderdaad zo te zijn. De arts noemde het een delier, een acute ontregeling van het brein. Ouderen met een vorm van dementie zijn daar extra gevoelig voor. Hij kreeg een antibioticakuur en binnen een dag klaarde de situatie op. Het was een bizarre ervaring, die eigenlijk heel simpel te verhelpen was. Daarom vind ik het belangrijk om dit aan andere mantelzorgers te vertellen. Ellen van Veen

 

Nieuwe lezersvraag

Mijn partner is positief getest op COVID, maar wil naar buiten om te knuffelen. Hoe voorkom ik dit? Anoniem

 


Heeft u ook een vraag aan medemantelzorgers?

Stel uw vraag via info@mantelzorgnieuwsbrief.nl, met de vermelding ‘lezersvraag’. Uw naam wordt alleen bij de vraag vermeld als u dat goed vindt.

  

< Terug naar home
Deel deze pagina